![]() |
De Deense grootmeester der muziek: Carl Nielsen. |
Qua letteren hebben zij gekozen uit teksten van Engelse dichters, die de laatste zeven eeuwen hebben geleefd. Voor de muziek is eveneens voornamelijk gekozen voor stukken van Engelse componisten, met daarnaast de Grootmeester van de negentiende Oostenrijkse muziek, die de onsterfelijkheid heeft weten te bereiken: Anton Bruckner (1824-1896).
Opvallend is echter, in deze context, dat de Deense componist Carl Nielsen (1865-1931) niet aan bod komt. Hij is de enige die een symfonie heeft gecomponeerd die als ondertitel De fir temperamenter draagt. Het heeft opusnummer 16 en werd gerealiseerd aan het begin van de twintigste eeuw, in de jaren 1901-1902. Daarin is op heldere wijze het verschil te horen tussen de vier bestaande temperamenten, die successievelijk worden voorgesteld in de respectieve delen: cholerisch; flegmatisch; melancholisch; sanguinisch.
Binnen enkele jaren heb ik die symfonie tweemaal gehoord: beide keren in Groningen. De eerste keer door het (toen nog) Noordelijk Filharmonisch Orkest onder leiding van de Noorse gastdirigent Per Dreier; enkele seizoenen daarna tijdens een concert door het Odense Symfonieorkest onder leiding van Borge Wagner. Dat Deense ensemble uit Groningens zusterstad in Denemarken maakte toen een tournee door ons land, met violiste Emmy Verhey.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten