donderdag 2 juli 2009

Arthur Conan Doyle — Een halve eeuw ingezonden brieven

Niet alleen avonturenverhalen
De medicus Arthur Conan Doyle (1859-1930) — de tot op de dag van vandaag op vele plekken ter wereld befaamde schepper van de super-detective die lezers en televisiekijkers nimmer verveelt, en die dan ook uit de dood moest worden opgewekt toen Doyle hem had laten omkomen — was zeer vaardig met de pen. Zo componeerde hij niet alleen romans en veel kortere verhalen, ook was hij een bekwaam, veelvuldig op de voorgrond tredend schrijver van ingezonden brieven naar kranten en tijdschriften van de meest uiteenlopende signatuur, zowel op Engelse bodem als ver daarbuiten.
Tussen 1879 en 1930 heeft hij er een groot aantal verzonden, over tal van onderwerpen, die de actieve interessesfeer van zelfs medici verre te boven ging. Dat varieerde van opvattingen over situaties en wetgeving met betrekking tot echtscheiding tot en met vragen omtrent een eventueel voortbestaan na de dood. Doyle kon polemiseren, maar zich met evenveel overtuiging en hartstocht overgeven aan de verdediging van een goede zaak: maatschappelijke ontwikkelingen ten faveure van verschillende groepen van achtergestelden en zo meer.
Eén voorbeeld uit die vele brieven, welke de datum 2 juli droeg, zij het dan ook reeds in 1887, heb ik vandaag gepubliceerd in een artikel op het fin de siècle cultuurweblog All art is quite useless van Rond1900.nl. Het thema is spiri(tualis)tische seances, waaraan Doyle heeft deelgenomen om nader inzicht te krijgen over het bestaan van een geestelijke entiteit buiten het (menselijk) lichaam.

Geen opmerkingen: