En hier ziet u dan het derde drietal dameskostuums uit de tijd die we als fin de siècle kwalificeren.
Dit derde trio jongedames wordt, evenals de beide drietallen in de voorafgaande artikelen, voornamelijk gekenschetst door de verschillen in kleuren. Alleen zal men in die tijd de dames op zo'n ideale wijze bijeen hebben gezien op een georganiseerde bijeenkomst, en anders verspreid in het mêlee van de daartoe passende straattaferelen.
Het linkse ensemble omgeeft een wel heel lange, slanke jongedame. Die indruk wordt gesuggereerd door het geheel en evenzeer door het zogeheten corset sans ventre. De blouse is voorzien van een opbollend borstgedeelte, daar overheen draagt de dame een zogeheten Figarojakje. De staande boord daarvan wordt in model gehouden door baleinen. De hoed werd geassocieerd met een wagenwiel en trok zeker de aandacht als een soort kleine daktuin.
De hoed van de middelste dame was al even gezocht als de bloementuin van mevrouw 1. Haar kleed is voorzien van een guipure; een pelsje in stolavorm completeert het geheel. Dat pelsje is aan haar linkerarm over de pols gedrapeerd en wordt rechts in d ehand gehouden.
De sportief geklede vrouwe geheel rechts draagt een kostuum in de zogenoemde Gibson-stijl. Aangezien ze een tennisracket vasthoudt, mag het geen verbazing wekken dat de rok vrij wijd is. Een simpel gehouden blouse en dito hoedje — een canotier — completeren het geheel.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten