maandag 28 november 2011

Pirandello-roman uit 1904 in 1926 door Marcel L'Herbier in zwijgende film vereeuwigd


De twee jaar voor zijn overlijden met de Nobelprijs voor de Letteren (1934) onderscheiden Italiaanse auteur Luigi Pirandello (1867-1936)publiceerde in 1904 de roman Il fu Mattia Pascal, deze werd in 1926 verfilmd door de Franse regisseur Marcel L'Herbier (1888-1979). Gezien het jaartal zal het niemand verbazen dat het daarbij om een zogenoemde zwijgende film gaat.
Daarvoor heeft de regisseur de beschikking gehad over acteurs, die toen allen een grote naam droegen, doch van wie wij op het eerste gehoor de naam Michel Simon (1895-1975) herkennen.

Twee anderen, de actrice Marcelle Pradot (1901-1982) ─ die tevens mevrouw L'Herbier was ─ en de van oorsprong Russische Ivan Mozzhukhin (1889-1939).
Arte-televisie begint op de avond van maandag 28 november om 23:50 uur met de eenmalige uitzending van de rolprent.
__________

Afbeelding: De Italiaanse auteur en Nobelprijswinnaar Letteren (1934), Luigi Pirandello (1867-1936). Foto van onbekende herkomst.



zondag 27 november 2011

De Vlaamse dichter Guido Gezelle stierf in 1899 op 27 november. Hij is ook nog van deze tijd.

Guido Gezelle. Afbeelding van
een oude fotografie overgenomen.
Doordat het vandaag, 27 november, de sterfdag is van de Vlaamse dichter Guido Gezelle, wordt dat hier en daar even in een rubriek aangestipt. Het is alweer honderd en twaalf jaar geleden dat deze bijzondere Vlaming, zesenzestig jaar oud is overleden te Brugge, de plaats waar hij ook was geboren, en waar nu op het naar hem genoemde plein een standbeeld van Gezelle te vinden is.

Terugblik door Ab Visser in 1949
Ter gelegenheid van de vijftigste sterfdag, in 1949, heeft uitgeverij Born te Assen een monografie over de oude bard gepubliceerd onder de titel Guido Gezelle ─ Mens en dichter, van de hand van de Groninger schrijver Ab Visser. Die schrijft daarin onder meer de ware woorden:

Standbeeld voor Guido Gezelle
op het naar hem genoemde 

plein in zijn stad Brugge.
"Reeds in het herdenken van iemand schuilt een gevaar, namelijk de poging tot het in leven roepen van iets, dat eigenlijk dood is. Men kan geredelijk toegeven (en daarover zal nauwelijks enig meningsverschil bestaan), dat Gezelle belangrijk is als poëzievernieuwer in een tijd dat onze poëzie vastgelopen was in allerlei vormen van rhetoriek en dat hij aldus de grondlsg heeft gelegd voor onze moderne poëzie, maar impliceert dit alles dat hij ons nu nog aanspreekt? Niet alleen immers heeft er een evolutie plaatsgevonden in de poëzie van de laatste halve eeuw, maar ook op alle andere terreinen des levens hebben wij een evolutie kunnen constateren, zo ingrijpend, dat er als het ware een heel ander soort mensen gevormd is. Het is maar de vraag, wat verlangen wij van de poëzie. Als wij verlangen, dat zij een spiegel van de tijd, waarin wij leven is, dan vrees ik toch dat wij op een verkeerd spoor zijn, want uiteindelijk is het begrip tijd een fixie. (sic!) En het lijkt er dikwijls op dat dit verlangen, vooral in een tijd als deze, waarin wat vandaag nieuw is, morgen oud zal zijn." 
Goed gesproken, Ab Visser. Tweeënzestig jaar na dato zijn die woorden nog geldig. Dus: leve Guido Gezelle en ook delen uit de vele werken van zijn hand.
__________

Zie tevens onze bijdrage, heden gepubliceerd, eveneens naar aanleiding van de sterfdag van de dichter Guido Gezelle op onze zustersite Tempel der letteren. Tevens verwijzen we hier naar een reeks spreuken van Gezelle in onze bijdrage van vandaag op onze zustersite Tempel der Wijze Woorden. En op onze site Tempel der Dichtkunst hebben we heden Drie Kleengedichtjes opgenomen.

vrijdag 25 november 2011

Opera Zuid is op tournee met Katja Kabanova, een meesterwerk van Leoš Janáček

Scènefoto uit Katja Kabanova in de versie van Harry Kupfer, bij Opera Zuid.
Foto van Morten de Boer.
Sedert twee weken is Opera Zuid op tournee met de opera Katja Kabanova uit de periode 1920-1921, gecomponeerd door de Tsjechische meester van Leoš Janáček (1854-1928). Het libretto daarvoor heeft hij zelf geschreven, op basis van een toneelstuk Het onweer uit 1859, van de hand van de Russische auteur van voornamelijk drama's Aleksandr Ostrowski (1823-1886).
Opera Zuid heeft voor de regie de internationaal vermaarde Harry Kupfer aangetrokken.
Meer over de achtergronden van 
Janáčeks muziekdrama hebben we in een artikel van 12 oktober gepubliceerd op onze zustersite Tempel van het Muziektheater
De voorstelling wordt gezongen in het Tsjechisch en van Nederlandse boventitels voorzien.
__________
De speellijst van Katja Kabanova valt hier te raadplegen. Boven die gegevens vindt u tevens de rolverdeling en elk ander gewenst gegeven met betrekking tot deze voorstelling van Opera Zuid. Dat kunt u regelen door te scrollen in noordelijke richting.

woensdag 16 november 2011

Neerlands ooit geliefde schrijfster Carry van Bruggen stierf op deze dag in 1932

Eén van zestien kinderen
Net als haar broer Jacob Israël de Haan (1881-1924) ─ die op één dag na een jaar later werd geboren ─ was Caroline Lea de dochter van een Joodse godsdienstonderwijzer te Zaandam, in een gezin met zestien kinderen. Ze was weliswaar in Smilde geboren, maar toen genoemde broer, op 31 december van hetzelfde jaar het levenslicht zag, woonde het gezin reeds in de Noord-Hollandse stad.
In 1900 werd ze onderwijzeres te Amsterdam, vier jaar later trad ze in het huwelijk met
de zeven jaar oudere
redacteur, journalist en romancier Kees van Bruggen (1874-19), met wie ze in Nederlands-Indië ging wonen. Drie jaar later keerde het echtpaar terug in Nederland, waar ze nog in hetzelfde jaar haar eerste boek publiceerde.
Het huwelijk met Kees van Bruggen werd in 1917 ontbonden; in 1920 hertrouwde ze met kunsthistoricus Adriaan Pit.

In het jaar daarvoor had ze haar standaardwerk gepubliceerd: Prometheus ─ een bijdrage tot het begrip der ontwikkeling van het Individualisme in de Literatuur, waardoor ze tot op de huidige dag meer bekendheid heeft gehouden dan met haar prozawerken. Haar andere essayistische boek, Hedendaags fetischisme, kritische beschouwingen over taal- en taalkunde is buiten vakkringen ook niet echt meer een gezocht boek.

Nederlandse Virginia Woolf
Sommigen zagen Carry van Bruggen in die beginjaren van de twintigste eeuw als de Nederlandse Virginia Woolf, mede doordat ze zich uitte met betrekking tot het vrouwenvraagstuk, in Heleen ─ een vroege winter, uit 1913, dat sterk autobiografische trekken vertoont. In het overige proza dat tegenwoordig heel wat minder belangstelling ondervindt ─ een lot dat talloos veel boeken van mannelijke en vrouwelijke collega's van deze schrijfster delen ─, al is daarin veel te vinden over haar eigen jeugd en jongere jaren.
In Het Huisje aan de Sloot uit 1921 krijgt de lezer een uitstekend beeld van de situatie waarin ze als jong kind en adolescente leefde, alsmede van het maatschappelijk gebeuren.
Vier Jaargetijden is verschenen in een reeks Kleine romans van uitgeverij Em. Querido te Amsterdam. Aan de achterzijde van de titelpagina staat: "Aan de nagedachtenis van mijn broer Jacob Israël de Haan, gestorven in Jeruzalem op 30 juni 1924."

In een reeks kleinere, soepel in linnen gebonden boekjes van dezelfde uitgeverij is in 1926 van Carry van Bruggen de bundel Tirol verschenen. Tal van proza-uitingen van deze schrijfster zijn eveneens herdrukt. In de jaren zeventig en tachtig van de achter ons liggende eeuw zijn nog diverse van haar werken opnieuw uitgegeven, onder meer in een speciale Prisma-reeks van uitgeverij Het Spectrum te Utrecht. Die zien we tegenwoordig veelvuldig op boekenmarkten, in kringloopwinkels en in kratten voor de etalages van antiquariaten, voor prijzen vanaf 50 cent.

Een Kunstenaar

Iets anders lag dat, in ieder geval tot voor kort, met de roman Een Kunstenaar, die in hetzelfde jaar als het Huisje aan de Sloot is uitgekomen (1921), maar bij uitgeverij Nijgh en Van Ditmar te Rotterdam, onder het pseudoniem Justine Abbingi. In de kringloop vond ik het weliswaar enkele jaren geleden voor één euro, maar op het schutblad stond nog de prijs van 25 gulden, met de toevoeging "Band zeer matig".
Tot in het jaar van overlijden heeft Carry van bruggen gepubliceerd, al werd ze vanaf 1928 regelmatig enige tijd opgenomen in een verpleeghuis vanwege depressies. Ze overleed aan een overdosis slaapmiddelen, maar doordat ze die langdurig en veelvuldig innam, was de conclusie dat ze zelf een einde aan haar leven heeft gemaakt, voorbarig.

Sedert 1997 staat er een bronzen beeld ter nagedachtenis van Carry van Bruggen in de spoorbuurt van Zaandam, vervaardigd door Helene Frik, voorstellende een boekenkast met haar werken.

maandag 14 november 2011

Het BBC Four-programma Arena dinsdagnacht met een documentaire over Buffalo Bill

"De enige echte"
In een aflevering van het televisieprogramma Arena die BBC Four zal uitzenden in de nacht van dinsdag 15 op woensdag 16 november, tussen 00:30 uur en 01:45 uur, is de protagonist de legendarische Buffal0 Bill, die bij de 'burgerlijke stand' was geregistreerd als William Frederick Cody (1846-1917). De documentaire draagt de titel Buffalo Bills Wild West ─ How the myth was made. De man trad onder meer veel op met het circus van Barnum and Bailey.

Mijn grootvader vertelde me, kort na de Tweede Wereldoorlog, toen we in Groningen op een dag langs het Bernoulliplein wandelden, dat hij aldaar in het jaar 1900 een voorstelling van bovengenoemd circus had bijgewoond en daar, volgens de directie van het instituut in kwestie, de enige echte Buffalo Bill zou hebben gezien. Juist die nadruk op enige echte had mijn grootvader al direct enigszins aan het twijfelen gezet. Korte tijd later, toen hij in de Verenigde Staten was aangekomen ─ aanvankelijk met de bedoeling zich daar te vestigen, maar in 1906 keerde hij toch naar Nederland terug ─, bezocht hij daar opnieuw een voorstelling van dat circus en opnieuw met de enige echte Buffalo Bill. Maar dat bleek volgens mijn grootvader absoluut niet het geval.
__________

Foto: Wild Bill Hockok (links), Texas Jack Omhundro (midden), Buffalo Bill Cody (rechts).

Vondst in weggeefwinkel: Vlaamsche Vertelsels uit 1887 met een fin de siècle stofomslag

Stofomslag van de editie uit
1887 van Charles de Coster:
Vlaamsche Vertelsels, vertaald
door de Vlaming Styn Streuvels.
Verrassende vondst
Enige dagen geleden vond ik in een weggeefwinkel [1] het hiernaast afgebeelde boek van Charles de Coster (1827-1879) ─ Vlaamsche Vertelsels, uit het Vlaamsch overgezet door Styn Streuvels (1871-1969). Het betreft een uitgave in een reeks gebonden boeken van L.J. Veen, Uitgever te Amsterdam. Het formaat komt ongeveer overeen met dat van de gemiddelde kleine paperback zoals wij die heden ten dage kennen.
De boeken hadden een papieren band ─ iets dat we heden ten dage ook steeds vaker zien, zowel in eigen land, alsook bij, vooral, Duitse uitgaven. Niets tegen: om mooi en houdbaar te zijn, hoeft een band van een doorsnee boek niet bepaald in linnen gebonden te zijn of in kunstleer, dat overigens veel vaker glimmend plastic lijkt. Die andere vormen zijn het weliswaar eveneens, maar glimmen niet zo opzichtig als vals licht.
In de jaren van deze reeks had Veen op de titelpagina nog het eigen vignet afgedrukt met daarin het toen alledaagse acrostichon; in dit geval LJV : Labor integer vincit. Het jaartal daaronder MDCCCXXCVII, 1887.
Hoewel de omslag ietwat is aangetast door de tand des tijds ─ doch hoe zullen wij er zelf uitzien als we 124 jaar zijn? ─  toont het ons een afbeelding, die specifiek tot het fin de siècle behoort. Helaas worden er geen gegevens verstrekt met betrekking tot die afbeelding: noch op de omslag zelf, noch in het boek.
Het deel met 192 bladzijden tekst, bestaande uit een Verantwoording en vier Vlaamsche Vertelsels, is goed geconserveerd; het vertoont geen tekenen van te zijn gelezen.
__________
[1] Een weggeefwinkel is een zaak waar men artikelen gratis kan krijgen zonder dat men hoeft af te rekenen. De winkel waar ik dit exemplaar, zaterdag jongstleden vond, is zelfs voorzien van een rond (verkeers)bord met rode rand en centraal het Euroteken dat schuin met een rode balk is doorgestreept.
Doorgaans zijn deze gevestigd in kraakpanden ─ winkels of andersoortige gebouwen die te lang leeg staan, en in de nieuwste ontwikkelingen is het dan toch mogelijk dat deze vorm van kraken wordt gedoogd.